SV | En Joab gaf de som van het getelde volk aan den koning; en in Israel waren achthonderd duizend strijdbare mannen, die het zwaard uittrokken, en de mannen van Juda waren vijfhonderd duizend man. |
WLC | וַיִּתֵּ֥ן יֹואָ֛ב אֶת־מִסְפַּ֥ר מִפְקַד־הָעָ֖ם אֶל־הַמֶּ֑לֶךְ וַתְּהִ֣י יִשְׂרָאֵ֡ל שְׁמֹנֶה֩ מֵאֹ֨ות אֶ֤לֶף אִֽישׁ־חַ֙יִל֙ שֹׁ֣לֵֽף חֶ֔רֶב וְאִ֣ישׁ יְהוּדָ֔ה חֲמֵשׁ־מֵאֹ֥ות אֶ֖לֶף אִֽישׁ׃ |
Trans. | wayyitēn ywō’āḇ ’eṯ-misəpar mifəqaḏ-hā‘ām ’el-hammeleḵə watəhî yiśərā’ēl šəmōneh mē’wōṯ ’elef ’îš-ḥayil šōlēf ḥereḇ wə’îš yəhûḏâ ḥămēš-mē’wōṯ ’elef ’îš: |
En Joab gaf de som van het getelde volk aan den koning; en in Israel waren achthonderd duizend strijdbare mannen, die het zwaard uittrokken, en de mannen van Juda waren vijfhonderd duizend man.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En Joab gaf de som van het getelde volk aan den koning; en in Israel waren achthonderd duizend strijdbare mannen, die het zwaard uittrokken, en de mannen van Juda waren vijfhonderd duizend man.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!